Schrijven met Ouariachi

Schrijven met Ouariachi

Share this post

Schrijven met Ouariachi
Schrijven met Ouariachi
Kijk naar me (1). Over De minnaar van Marguerite Duras

Kijk naar me (1). Over De minnaar van Marguerite Duras

Schrijven met Ouariachi #105

Jamal Ouariachi's avatar
Jamal Ouariachi
May 11, 2025
∙ Paid

Share this post

Schrijven met Ouariachi
Schrijven met Ouariachi
Kijk naar me (1). Over De minnaar van Marguerite Duras
Share

Hallo lezer,

Mijn collega Oek de Jong stopte laatst De minnaar * van Marguerite Duras bij me in de brievenbus. We hadden er op het terras over zitten praten, hij vond dat ik dat maar eens moest lezen, misschien kon ik er wat mee voor mijn nieuwsbrief.

Dat kan ik zeker, want De minaar is een volstrekt eigenzinnig en origineel literair werk, de vertelling sleurt je mee als een wilde rivier — en omdat het een korte roman is, krijg je snel inzicht in de structuur en kun je relatief makkelijk inzoomen op specifieke technieken die Duras hanteert.

Dat is dan ook wat ik ga doen, in twee delen.

(* = De link verwijst naar de in 2023 verschenen nieuwe vertaling van Kiki Coumans. Voor deze nieuwsbrief las ik de eerdere vertaling, van Marianne Kaas, uit 1985.)

Lees je mee? Zou ik leuk vinden.

Je hebt al een abonnementje op Schrijven met Ouariachi voor 5 euro per maand of voor een voordelige 50 euro per jaar.

In beide gevallen ontvang je Schrijven met Ouariachi wekelijks in je inbox.

En je leest dan niet alleen elke week de nieuwste editie, je krijgt ook toegang tot het 104 afleveringen tellende archief én de 70 afleveringen die samen de cursus ‘Een verhaal in 10 weken’ vormen.


Roman

Marguerite Duras (1914 - 1996) publiceerde haar roman De minaar in 1984. Het werd een megaseller en ze ontving er de Prix Goncourt voor.

Mijn gebruik van het woord ‘roman’ moet ik misschien even toelichten. Want is De minnaar een roman? Het exemplaar dat ik op de deurmat aantrof rept op de achterflap van ‘een nauwelijks verhuld zelfportret van Duras’.

Zeg maar gerust niet verhuld.

Duras vertelt over haar eigen leven, noemt personen uit dat leven bij hun echte naam, in ieder geval haar moeder en jongste broer.

Ze vertelt over haar jeugd in het Indochina onder Frans koloniaal bewind, in de jaren tien en twintig van de vorige eeuw.

En ze vertelt over een verhouding die ze als vijftienjarig meisje had met een twaalf jaar oudere, rijke Chinese man.

Is het daarmee een autobiografisch boek, of met een modieuze term, autofictie? Of toch ‘gewoon’ een roman?

Het doet er niet zo veel toe.

Al wist je niks van de persoon Marguerite Duras, al stonden alleen haar initialen op het omslag vermeld en was zij niet óók de schrijfster van onder meer de beroemde film Hiroshima mon amour, dan nog zou De minnaar geen flintertje aan literaire kracht inboeten (al vermoed ik dat het boek destijds, in 1984, toch óók zo’n succes werd omdat daarin een beroemdheid zo’n schandalige geschiedenis oplepelde).

Bovendien: Duras schreef De minnaar zo’n 55 jaar na de gebeurtenissen die zij erin beschrijft.

Het boek staat vol met frasen als: ‘geloof ik’, ‘Ik ben het vergeten’, ‘Ik vergeet alles, we waren kinderen die veel lachten, dat vergeet ik te zeggen’, ‘De dagen kan ik me slecht herinneren.’

En misschien wel de belangrijkste zin in dit verband, over haar moeder: ‘Het is afgelopen, ik herinner me niet meer. Daarom schrijf ik nu zo gemakkelijk over haar, zo lang, zo uitvoerig, ze is vloeiend schrijven geworden.’

Wat die zin volgens mij betekent is dat het niet-meer-herinneren haar schrijven bevrijd heeft.

Als ik heel vrij interpreteer betekent die zin zelfs: omdat ze zich nu niet meer aan de herinnerde feiten hoeft te houden, kan ze vrijer, vloeiender schrijven.

Hoe dan ook: dit is fictie, een roman — zelfs als alles wat erin staat waar is.

Sprongen

Een van de opvallendste stilistische elementen van De minnaar is Duras’ slalommende manier van vertellen.

Ik neem jullie even mee naar de eerste pagina’s van de roman, laten we daarop inzoomen, dan zien we ongeveer hoe ze dat doet.

We beginnen met de meteen al vrij verpletterende openingsalinea:

Op een dag, ik was al oud, kwam er, in de hal van een openbare gelegenheid, een man op me af. Hij maakte zich bekend en zei tegen me: ‘Ik ken u al heel lang. Iedereen zegt dat u mooi was toen u jong was, ik ben gekomen om u te zeggen dat ik u nu mooier vind dan toen u jong was, het gezicht dat u als jonge vrouw had is me minder dierbaar dan uw gezicht van nu, een ruïne.’

Iemand die je gezicht een ruïne noemt — echt een lekkere opener!

Keep reading with a 7-day free trial

Subscribe to Schrijven met Ouariachi to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.

Already a paid subscriber? Sign in
© 2025 Jamal Ouariachi
Privacy ∙ Terms ∙ Collection notice
Start writingGet the app
Substack is the home for great culture

Share