Schrijven met Ouariachi #13: Heb je als schrijver iets aan Masterclass.com?
Hallo lezers,
Voor mijn nieuwe roman-in-wording heb ik aardig wat research gedaan naar een bepaald beroep. Dat kwam vooral neer op veel leeswerk en daarnaast op wat ik maar even ‘veldwerk’ zal noemen. Tijdens de laatste corona-lockdown, begin dit jaar, deed zich ook een andere researchmogelijkheid voor.
Ik zag online veel reclames voorbijkomen van Masterclass, de Amerikaanse website die cursussen aanbiedt, gegeven door experts op uiteenlopende vakgebieden. Je vindt er masterclasses van beeldend kunstenaar Jeff Koons en van actrice Natalie Portman en van filmregisseur David Lynch. Je kunt er drumles krijgen van Ringo Starr of zangles volgen bij Christina Aguilera. Serena Williams geeft een masterclass tennissen en er is een collegereeks van schaker Garry Kasparov die maar liefst 7 uur en 20 minuten duurt. Richard Branson doceert over ondernemerschap. Bill en Hilary Clinton hebben elk een eigen collegereeks en er is een masterclass onder leiding van het enigszins onwaarschijnlijke duo Condoleezza Rice en wijlen Madeleine Albright, over diplomatie.
Ik vond er mooie dingen voor mijn research — en meer. Want in mijn vrije tijd ben ik een beetje verslaafd geraakt aan masterclasses van chef-koks. Een abonnement op Masterclass kost €192,- voor een jaar, maar dan heb je wel toegang tot alle collegereeksen die de site te bieden heeft.
En ja — daar zitten dus ook masterclasses van schrijvers tussen.
Heb je daar wat aan?
Ik heb me voorgenomen om de komende tijd een flink aantal masterclasses uit de categorie ‘Writing’ te bekijken en die in deze nieuwsbrief te recenseren. Voor deze eerste aflevering in de reeks Masterclass-recensies heb ik gekeken naar ‘docenten’ Neil Gaiman, Salman Rushdie en Dan Brown.
Neil Gaiman
In negentien lessen van gemiddeld tussen de 10 en 20 minuten behandelt de Britse science fiction- en fantasy-auteur Neil Gaiman onderwerpen als het ontwikkelen van een verhaal, je stem vinden als schrijver, dialoog en personages, het bouwen van een wereld. Je kunt hier een trailer bekijken.
Om meteen maar eerlijk te zijn: ik ben een drop-out. Halverwege les 8 ben ik afgehaakt. Deels is dat persoonlijk, zoals ik op de middelbare school zelfs bij vakken die me interesseerden afhaakte als het karakter of de stem van een docent me niet aanstond. Gaiman praat met een nadrukkelijke traagheid die diepzinnigheid lijkt te willen suggereren, maar wát hij vertelt, is banaal en voor de hand liggend. Ik begon me te ergeren telkens wanneer hij weer slecht geacteerd een ‘willekeurig’ boek — van zichzelf — uit de kast naast hem trok. Irritatie wanneer hij met een plechtig gebaar zijn leesbril op zijn neus schuift.
Maar de inhoud is toch het ergst. Je kunt nog zo diepzinnig kijken terwijl je vertelt over de periode waarin je geobsedeerd was door de vraag ‘Wat is een verhaal?’ — als het antwoord op die fundamentele vraag is: ‘dat wat je de pagina doet omslaan zonder dat je je daarna bedrogen voelt’, dan kun je je obsessie-uren misschien toch beter besteden.
Ik heb zitten kreunen toen Gaiman vertelde over een ontmoeting met een van zijn favoriete korteverhalenschrijvers, Roger Zelazny, die hem deze wijsheid meegaf: ‘Mijn beste korte verhalen zijn het laatste hoofdstuk van een roman die ik nooit heb geschreven.’ De grootst mogelijke flauwekul, maar Gaiman kijkt erbij alsof God zelf tot hem gesproken heeft en hem de oplossing verklapte voor het wereldraadsel.
Niet alles wat Gaiman vertelt is onzin. Hij geeft weleens een zinnig advies. Maar meestal blijft hij vaag. Je hebt er weinig aan, deze masterclass, weinig concreets. Tenzij je graag naar een masturberende man van middelbare leeftijd kijkt.
Het oordeel van ‘Schrijven met Ouariachi’: twee M’s (MM).
Dan Brown
Nee, dan Dan Brown! De schrijver van het megasucces De Da Vinci Code blijkt een buitengewoon enthousiaste en enthousiasmerende docent. (Bekijk de trailer.)
Maar wat heb je aan een masterclass van Dan Brown als je zelf toch vooral literaire ambities hebt? Staan de boeken van Brown niet bekend om hun clichématige stijl, goedkope effectbejag en algehele oppervlakkigheid? Ja, maar op dit punt ben ik niet zo zeer geïnteresseerd in de boeken, als wel in hoe de maker vertelt over de totstandkoming ervan. Zitten er elementen in de methode-Brown die ook voor andersoortige schrijvers bruikbaar zijn?
Brown slaat het geëigende schrijfadvies uit de Amerikaanse Creative Writing-cultuur, ‘Write what you know’, in de wind en zegt: schrijf over wat je wil weten. Begin met een onderwerp waarin je geïnteresseerd bent en waar je meer vanaf wil weten. Verdiep je erin en als vanzelf stuit je dan op morele vraagstukken die in die wereld van je interessegebied spelen: een bron voor conflicten, en daar heb je dan je begin voor een verhaal.
Simpel, helder. En voor iedere schrijver bruikbaar.
Zinnig is ook het advies om, zelfs al heb je je verhaal nog niet rond, na te denken over interessante locaties. Boeiende gebouwen of intrigerende landschappen prikkelen de verbeelding en kunnen helpen met het verder ontwikkelen van je plotlijn.
De thriller is Browns genre en de meeste van zijn adviezen zijn dan ook gericht op het creëren van suspense. Hij bespreekt verschillende soorten cliffhangers, hij laat zien hoe je op verschillende manieren informatie kunt achterhouden voor de lezer, hoe je het tempo van je vertelling opvoert, hoe je de druk op je hoofdpersonage zo groot mogelijk maakt.
Een van de leukste afleveringen is les 10 (‘Building a story from the ground up’), waarin Brown stap voor stap de basis legt voor een mogelijke thriller en daarbij keurig zijn eigen adviezen en opvattingen volgt. En zo ontwikkelt hij het verhaal van een wijnboer die in conflict komt met een groot agrarisch bedrijf. Al snel verandert het verhaal van een juridisch drama in een echte thriller met achtervolgingsscènes, romantische verwikkelingen en moordpartijen.
Brown mag hier misschien een formule afdraaien: hij doet het met zoveel schwung en pret dat je als kijker meteen zin krijgt om die thriller over de wijnboer te lezen — of om hem zelf te schrijven.
Gaandeweg begint het ál te populaire gebabbel van Brown wat te vervelen (‘Another trick that can do heavy lifting for you…’) en ja, zijn methode is erg gericht op effectbejag, op de totale onderdompeling van de lezer, de lezer als een junk die niets anders wil dan pagina’s omslaan. Maar hij is een thrillerschrijver. Hij doet zich geen moment zwaarwichtiger voor dan hij is, in tegenstelling tot die kwezel Neil Gaiman, en in plaats van diepzinnige vaagheid biedt hij wat een docent hoort te bieden: een hele reeks heldere, concrete aanwijzingen voor de aspirant-schrijver, aanwijzingen waar zelfs sommige ervaren schrijvers nog van op zullen kijken.
Het oordeel van ‘Schrijven met Ouariachi’: MMMM.
Salman Rushdie
Het is geloof ik geen geheim dat ik een groot liefhebber ben van het werk van Salman Rushdie. Ik keek dus uit naar zijn masterclass — en die viel voorwaar niet tegen (trailer). Voor een schrijver wiens boeken bekend staan als ‘moeilijk’ is Rushdie opvallend aards en concreet in zijn visie op het schrijven. Opvallend — en verrassend — is ook dat hij veel dezelfde klemtonen legt als Dan Brown.
Voor beiden is een locatie doorgaans het begin van een verhaal. En net als Brown besteedt Rushdie veel tijd aan research. Ook wijst hij op het belang van het ‘contract’ dat je afsluit met de lezer, al heeft dat bij Brown vooral te maken met het inlossen van opgeroepen beloftes op het gebied van suspense en legt Rushdie de nadruk op het soort verhaal dat je vertelt. Als je, zoals hij, met surrealistische (of: magisch realistische) elementen werkt, is het zaak die meteen te introduceren en niet pas ergens op pagina 150.
Rushdie is een schrijver die zijn werk nadrukkelijk plaatst in de traditie van klassieke verhalen, of dat nu de mythen van de Oude Grieken zijn of de verhalen uit Duizend en een nacht. En hij is geïnteresseerd in de orale verteltraditie, waarin een verteller een heel pakket aan strategieën hanteert om te voorkomen dat zijn toehoorders opstaan en weglopen. Ook daarin lijkt hij op Dan Brown, die alles in het werk stelt om de lezer niet te verliezen.
De adviezen en technieken van Rushdie zijn waardevol, maar het bijzonderst aan zijn reeks colleges is een element dat je zelden aantreft in cursussen creatief schrijven. Het geklungel dat nu eenmaal bij schrijven hoort.
Waar het over het gevaar van al te grote invloed van idolen gaat, leest Rushdie een fragment voor uit een van zijn vroegste romanpogingen, een nooit gepubliceerd boek genaamd The Antagonist. Hier zien we een jonge schrijver die heel hard zijn best doet om de Amerikaanse postmodernist Thomas Pynchon te imiteren. Meestal als een gevierd schrijver schampert over zijn vroege pogingen en dan een stukje ervan voorleest, blijkt het toch wel aardig briljant te zijn — ik krijg daar vaak het vermoeden bij dat er jaren later toch snel nog even wat redactie overheen gegaan is. Maar niet hier. Het fragment is écht slecht, en het is geweldig dat Rushdie dit durft voor te lezen.
Hij leest ook fragmenten voor uit de aantekeningen die hij maakte terwijl hij aan The Satanic Verses werkte. Wat we daar zien is een schrijver in gesprek met zichzelf, over zijn personages, over zijn thema’s. En tevens een schrijver die zoekende is, die dwaalwegen in slaat, die tot verkeerde conclusies komt en zich later moet herpakken.
Hij vertelt hoe hij verkeerd zat met het tempo waarin hij verhaallijnen afwisselde in The Enchantress of Florence en hoe hij daar na commentaar van meelezers verandering in bracht. En hij bespreekt een fragment uit Midnight’s Children dat hij als openingspassage voor ogen had, in de oorspronkelijke opzet van het boek, totdat die opzet gaandeweg veranderde. De openingspassage werd daardoor onbruikbaar op die plek.
Rushdie is een erudiet docent die graag zijn kennis van de wereldliteratuur deelt, en waar dat in zijn non-fictie soms tot wat al te opzichtig etaleren van kennis leidt, is het hier functioneel. Het is zinnig om naar Buddenbrooks van Thomas Mann te kijken als je wilt zien hoe personages elkaars leven, soms over generaties heen, kunnen beïnvloeden. Waar Rushdie beweert dat het goed is een personage te introduceren met een opvallende eigenschap, helpt het om te kijken hoe James Joyce zijn personage Leopold Bloom introduceert in Ulyssess — namelijk met diens voorkeur voor orgaanvlees. En Rushdies ideeën over de mogelijke functie van surrealistische passages illustreert hij uitstekend met een fragment uit Honderd jaar eenzaamheid van García Márquez.
Al met al biedt deze masterclass een rijk pakket aan inzichten, technieken, bekentenissen, adviezen en oefeningen. En — niet onbelangrijk — Rushdie is ook in zijn audiovisuele hoedanigheid een buitengewoon prettige verteller.
Het oordeel van ‘Schrijven met Ouariachi’: MMMMM.
Meer op komst
In de sectie 'Writing' van Masterclass staan verder nog namen als Alan Sorkin, de befaamde scenarist, toneelschrijver David Mamet, de romanciers Margaret Atwood en Joyce Carol Oates, non-fictie-auteur Malcolm Gladwell, essayiste Roxane Gay en dichter Billy Collins. Verwacht dus de komende tijd meer recensies!
Tot slot een paar huishoudelijke mededelingen:
- ‘Schrijven met Ouariachi’ is in deze nieuwe versie net een sociaal medium: boven- en onderaan deze mail kun je een hartje uitdelen, commentaar geven en deze nieuwsbrief delen met je Facebook- of Twitter-contacten.
- Bevalt deze nieuwsbrief je? Dan kun je me blij maken met een donatie via Backme.org. Je kunt natuurlijk ook betaald abonnee van deze nieuwsbrief worden!
Ik meld me spoedig weer.
Veel goeds,
Jamal