Hallo vrienden,
Toen ik de term ‘Bibliophobia’ voorbij zag komen, dacht ik meteen aan extreemrechtse intellect-haters als Geert Wilders, aan de book bans in de VS, aan de invallen bij Palestijnse boekhandelaren in Oost-Jeruzalem.
Voor autoritaire leiders is ‘vrijheid’ niets dan een reclamewoord — voor echte vrijheid zijn ze doodsbang.
Maar Bibliophobia bleek de titel van een net verschenen memoir van de Japans-Amerikaanse letterkundige Sarah Chihaya. Ik las besprekingen in The Washington Post en The New Republic en werd meteen razend enthousiast.
Het boek begint als Chimhaya arriveert in een psychiatrische inrichting vanwege een ‘zenuwinzinking’ en al in het eerste hoofdstuk meldt ze: ‘Reader, it was the books that did it.’
Bam, dat is een beschuldiging die smaakt naar meer!
Kunnen boeken haar ook weer redden? Nou, daar komt weer zo’n fel zinnetje: ‘The very worst writing about novels reduces them to factories for empathy and sympathy.’
Vergeet wat de leesbevorderaars zeggen. In Chihaya’s universum zijn boeken gevaarlijk, schadelijk, misschien wel dodelijk.
Ik word er nu al vrolijk van, dus Bibliophobia heb ik meteen maar besteld.
Wat vind je nog meer in deze editie van Schrijven met Ouariachi?
Aankondiging KORT
Aankondiging workshop ‘De psychologie van personages’
Columns Trouw januari 2025
Eerst nog even dit: vanaf de volgende aflevering zal een deel van deze nieuwsbrief alleen te lezen zijn voor premium-abonnees.
Niet leuk? Zie het maar als een gratis schrijftip: als je vindt dat je werk iets waard is, leidt dat redelijkerwijs tot de verwachting dat mensen bereid zullen zijn er iets voor betalen.
Vul zelf de obligate vergelijking met de bakker maar in, ik reken alvast uit: voor de prijs van twee broden krijg je een maand lang geestelijk volkoren voer.
Dus neem nu voor 5 euro een premium-abonnement. Nog voordeliger: een jaarabonnement voor niet 60 maar 50 euro.
Daarmee lees je niet alleen elke week de nieuwste aflevering van Schrijven met Ouariachi, maar krijg je ook toegang tot het 92 afleveringen tellende archief én de 70 afleveringen die samen de cursus ‘Een verhaal in 10 weken’ vormen.
KORT
Op zondag 2 maart 2025 vindt in Cinetol Amsterdam KORT plaats, ‘het festival over korte verhalen’.
Ik ben erg verguld dat acteur Gijs Scholten van Aschat met zijn mooie stem een van de verhalen uit mijn bundel Herinneringen in aluminiumfolie zal voordragen.
En er is meer moois: de onweerstaanbare Roos van Rijswijk geeft acte de présence en de Argentijnse Mariana Enriquez, aan wier verhaal ‘Spinnenweb’ ik eens een aflevering van Schrijven met Ouariachi wijdde, komt met een videoboodschap. Ook wordt een van haar verhalen voorgedragen.
Dat en nog meer moois op zondag 2 maart.
Koop hier je tickets.
Workshop
Op zaterdag 28 maart 2025 geef ik de workshop ‘De psychologie van personages’ tijdens de Schrijfdag in het prachtige C-Mine complex in het Vlaamse Genk.
Er zijn nog veel meer workshops, er zijn individuele spreekuren, er zijn lezingen, debatten en schrijfwandelingen. Een heerlijk vol programma, kortom.
Koop je tickets hier.
Columns Trouw januari 2025
Hieronder vind je mijn Trouw-columns van januari 2025.
Commentaar als altijd welkom via het reactieveld.
Gaat ook Nederland terug naar 1951? We moeten het toch maar weer eens over vrouwenrechten hebben
Ik las mijn dochter Het boek van alle dingen voor, van Guus Kuijer. Een verhaal dat zich afspeelt in 1951. De negenjarige Thomas groeit op in een streng-christelijk gezin. Zijn vader bestendigt zijn autoriteit door zijn vrouw en kinderen te slaan. Tegen zijn schoonzus, die ook door haar man geslagen wordt, zegt de vader: “Als jij je hardnekkig verzet tegen Gods geboden, heeft je man het recht, nee de plicht, je desnoods met harde hand tot gehoorzaamheid te dwingen”.
Sombere kost om aan een zevenjarige voor te lezen? Valt wel mee. Het boek van alle dingen gaat, zoals de titel al suggereert, over veel meer, en Kuijer schrijft licht en humoristisch. Maar af en toe klonk er naast mij een kreet van verontwaardiging. En: “Dat is toch niet eerlijk!” Dan probeerde ik de context te schetsen: “Zo dachten de mensen in die tijd nu eenmaal, zeker als ze een heel strenge vorm van het christendom aanhingen”.
Doodstraf voor abortus
Wat ik op zulke momenten maar niet vertel, is dat die traditionele man-vrouw-verhouding ook vandaag de dag in heel wat kringen nog steeds, of opnieuw, populair is. Ik vertel haar niet dat er in Nederlands grote voorbeeldland, de Verenigde Staten, een staat is – genaamd South Carolina – waar christen-extremisten een wetsvoorstel hebben ingediend waarmee het mogelijk wordt de doodstraf op te leggen aan vrouwen die een abortus laten verrichten. Iets wat trouwens overbodig lijkt, want in staten waar abortus verboden is, neemt de sterfte onder vrouwen toch al toe, zoals onderzoeksjournalistiek platform ProPublica ontdekte.
Liever een dode volwassen vrouw dan een dood onderontwikkeld klompje cellen, hoe leg je deze logica uit aan een zevenjarige? Ik kan het aan mezelf niet eens uitleggen.
Vrouwen als baarmachines
Ik vertel dus ook maar niet dat in het Nederland van 2025 net zo goed patriarchale godsdienstwaanzinnigen rondlopen als Chris Stoffer van de SGP, die zich graag laat zien bij anti-abortusmanifestaties.
Ik vertel niet over de vriendschappen van terroristen-inspirator Geert Wilders met autoritaire regeringsleiders die we ‘sterke mannen’ plegen te noemen, maar wier mannelijkheid zo kwetsbaar is dat hun eerste impuls altijd weer het inperken van vrouwenrechten is. Zoals Wilders’ grote vriend Viktor Orbán, die de vrouwtjes vooral ziet als baarmachines. Ik vertel niet dat Wilders en al die andere rechtse hypocrieten het woord ‘vrouwenrechten’ alleen in de mond nemen als ze er moslims mee kunnen affakkelen – iets met een balk en een oog.
Ik vertel het niet omdat ik mijn dochter niet moedeloos wil maken. Maar ik moet er toch een keertje over beginnen. Als we niet willen dat 2025 1951 wordt, zullen we ons strijdbaar moeten tonen. Vaders en dochters, moeders en zonen, zij aan zij, in gelijkwaardigheid.
Door heiligverklaring van WOII trekken we geen lessen uit die geschiedenis
Boekenkasten uitmesten is een van mijn nieuwjaarsklusjes. Wat weg kan, geef ik mee aan mijn moeder, die weleens op rommelmarkten staat, en soms dump ik het een en ander in een straatboekenkastje. Dat doe ik braaf sinds ik een paar jaar terug, in de aanloop naar een verhuizing, de fout maakte een foto op de socials te posten van een berg boeken die wat mij betreft ‘bij het vuil’ konden. Woedende reacties. Boeken zijn heilig.
Beetje overdreven, maar ik snap waar het sentiment vandaan komt. Een boek dat in de prullenbak belandt, ligt een paar dagen later op de vuilstort, waar het ten slotte in de hens gaat. En waar ze boeken verbranden, daar verbranden ze uiteindelijk ook mensen, zo leerden we van Heinrich Heine. Die had het overigens over koranverbrandingen tijdens de Reconquista, maar we kennen het citaat vooral als profetische vooruitblik op de grote boekverbranding in het Nazi-Duitsland van 1933.
Romans die het onbevattelijke proberen te bevatten
Veel boeken over gelezen, Nazi-Duitsland. Historische analyses. De psychologie van Hitler en van zijn hooggeplaatste handlangers. De persoonlijke verhalen van Holocaust-slachtoffers én die van hun nazaten. Dagboeken, brieven. Verzetsverhalen. Collaboratieverhalen. Onderduikverhalen. Romans waarin schrijvers via de omweg van de fictie het onbevattelijke van de werkelijkheid alsnog proberen te bevatten.
Je kunt boeken verbranden, maar zolang de ideeën die erin staan afgedrukt, bewaard blijven in de hoofden van lezers, is het vuur van de censuur machteloos. Omgekeerd: je kunt alle boeken van de wereld intact laten — als mensen de inhoud ervan veronachtzamen, zijn die boeken evenveel waard als as.
Wat hebben we geleerd van die bibliotheken aan WOII-literatuur? Elke dag zijn we live getuige van de eindoplossing van het Palestijnse vraagstuk door Israël, en ik weet nu al dat ik om die formulering op de vingers getikt zal worden, want die formulering is heilig. Maar de heiligverklaring van alles wat er in WOII gebeurd is, maakt het onmogelijk om lessen te trekken uit die geschiedenis.
Schaamt u zich voor uw voorouders?
Er is veel rumoer rond het project ‘Oorlog voor de Rechter’, waarmee de namen zijn geopenbaard van honderdduizenden mensen die verdacht werden van collaboratie met de Duitse bezetter. Staan uw grootouders ertussen? Die ene rare oudoom? De tante over wie altijd krampachtig gefluisterd werd? Schaamt u zich voor uw voorouders?
Wij, de burgers van nu, hebben de kans om het beter te doen dan sommige van die voorouders. Wij kunnen massaal, collectief, onze regering oproepen de steun aan Israël in te trekken, het instemmen met genocide te stoppen, de collaboratie met kindermoordenaars te beëindigen.
Maar we doen het niet. Denk je eens in hoeveel boeken er later over deze tijd geschreven zullen worden. We kunnen nu alvast beginnen ons te schamen.
Woke-links speelt al jaren op de man, de witte, heteroseksuele man
Voorheen wond ik me nogal eens op over ‘woke’. Tegenwoordig is die term volledig gekaapt door rechtse politici, opiniemakers en techmiljardairs die ik liever niet van munitie voorzie. Maar soms volstaat zwijgen niet.
Ik ben altijd links geweest, de strijd tegen discriminatie en racisme en vóór gelijkwaardigheid is me met de paplepel ingegoten. Maar de laatste vijftien jaar werd een variant op anti-discriminatoir activisme populair die geïnspireerd is door Amerikaanse interpretaties van het postmodernisme. We maakten kennis met intersectionaliteit, met een wildgroei aan Diversiteit & Inclusie-cursussen, er kwamen taalgidsen voor correct woordgebruik, de wetenschap moest ‘gedekoloniseerd’ en het biologisch onderscheid tussen man en vrouw bleek slechts een cultureel construct.
Wie daar ook maar de lichtste kritiek op uitte, ook binnen het eigen linkse kamp, werd weggezet als conservatief, misogyn, homofoob of transfoob. Alle linkse neuzen moesten dezelfde kant op. Wie progressief was conformeerde zich – anders ging je kop eraf.
Artikel 1 van de Grondwet verdedigen? Bah, woke
Het was fantastisch framing-materiaal voor rechtse commentatoren en politici. Voortaan noemden ze alles wat ook maar naar links of progressief zweemde, ‘woke’. Klimaatactivisme? Woke. Protesten tegen genocide? Woke. Het aloude feminisme? Ja hoor, ook woke. Artikel 1 van de Grondwet verdedigen? Bah, woke.
Rechts kon met het grootste gemak het frame neerzetten dat die wokies op onze vrijheden uit waren en dat ze al onze tradities, normen en waarden wilden slopen (terwijl rechtse politici zelf pogingen doen het demonstratierecht in te perken, journalisten te demoniseren, de grondwet te negeren en onze eeuwenoude migratietraditie te ontkennen).
Rechts wint daarmee al vijftien jaar de verkiezingen.
Braafste jongetje van de klas
Vorige maand las ik in De Groene Amsterdammer een stuk van Marthe van Bronkhorst en Savriël Dillingh: ‘Zes ‘rechtse’ tactieken voor links’. Met de portee van hun betoog ben ik het goeddeels eens: in een politiek speelveld waarin steeds meer partijen de regels van het redelijke, beschaafde debat aan hun laars lappen, kan links niet langer het braafste jongetje van de klas spelen. Dus roepen de auteurs linkse partijen op vuiler te werk te gaan, door onder meer agressief te agenderen, drogredeneringen te gebruiken en op de man te spelen.
Frappant, want woke-links speelt al jarenlang op de man, de witte, heteroseksuele, cis-gender man bijvoorbeeld. Linkse activisten vallen al jarenlang op de vuilste manieren critici aan, zelfs kritische medestanders.
Als links ooit weer verkiezingen wil winnen, volstaat het niet rechtse tactieken te kopiëren. Laat vooral eens zien dat links geen starre, onvrije ideologie is, die mensen alles af wil nemen wat ze dierbaar is. Ga de discussie aan, omarm vrijheid en kritiek. Anders kun je nóg zoveel rechts-populistische tactieken overnemen — je blijft verliezen. Dan raakt een gelijkwaardige, rechtvaardige samenleving steeds verder uit het zicht.
Tata-baas voelt zijn eigen pijn maar niet die van het gepeupel in de regio
In mei 2021 deed advocaat Bénédicte Ficq namens 800 personen en tien stichtingen aangifte tegen de leidinggevenden van Tata Steel, vanwege het opzettelijk vervuilen van lucht, bodem en oppervlaktewater met schadelijke stoffen. De gevolgen van die vervuiling zijn immens. Neem alleen al de gegevens van het Integraal Kankerinstituut Nederland waaruit blijkt dat in de omgeving van de staalfabriek de kans op longkanker soms wel 50 procent hoger ligt dan in de rest van Nederland.
In februari 2022 kondigde het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek aan, naar aanleiding van de aangifte. We zijn drie jaar verder. Er komt in deze zaak steeds meer materiaal bij, zoals de analyse van het RIVM waaruit bleek dat Tata net zo vervuilend is als de voormalige Italiaanse staalfabriek Ilva in Tarente. Oud-bestuurders van die fabriek kregen celstraffen van 20 en 22 jaar opgelegd. Een interessant precedent?
Een cultuur waarin we van CEO’s heiligen hebben gemaakt
We schakelen over naar Rick Nieman van WNL op Zondag. Hij had afgelopen weekend de CEO van Tata Steel Nederland, Hans van den Berg, te gast. Wie een strenge ondervraging van de beklaagde verwachtte, zat verkeerd. Nieman wilde allereerst weten hoe het voelde voor Van den Berg dat die Bénédicte Ficq in het FD had beweerd hem achter tralies te willen. Nou, dat deed natuurlijk pijn, antwoordde Van den Berg.
Pijn? O ja, we leven in een cultuur waarin we van CEO’s heiligen hebben gemaakt. De pijn om de oversterfte van omwonenden én medewerkers van Tata Steel kwam niet aan bod. Dat is gepeupelpijn. Daarin zijn we niet geïnteresseerd.
Vervolgens mocht Van den Berg omstandig uitleggen waarom de Nederlandse overheid een subsidie van minstens 3 miljard moet overmaken naar zijn bedrijf, lees: naar de Indiase eigenaren van dat bedrijf. Er volgde een vaag verhaal over CO2-uitstoot, gestut door de drogredenering ‘als wij het niet doen, doet een ander het wel’, waarmee Van den Berg elke vorm van eigen verantwoordelijkheid uit handen gaf. Rick Nieman zat amechtig te knikken.
‘Dus dat geld moet er komen’
O, en Tata mocht natuurlijk ook niet sluiten vanwege de werkgelegenheid. “Ik denk dat wij voor zo’n 50.000 gezinnen bestaanszekerheid creëren”, zei Van den Berg. De bestaanszekerheid van de mensen die door de fabriek hun levensverwachting zien kelderen, kwam wederom niet ter sprake.
Vorige maand nog betoogden hoogleraar ondernemingsfinanciering en financiële markten Arnoud Boot en econoom Rens van Tilburg in NRC dat de business case van Tata ‘zwak’ is. Dat gaf zelfs Van den Berg toe, waarop Nieman de totaal bizarre conclusie trok: “Dus dat geld moet er komen.”
Minister van Financiën Eelco Heinen, die kort daarvoor nog vurig had betoogd dat de politiek netjes moet omgaan met ons belastinggeld, zat erbij en keek ernaar. Dag 3 miljard euro!
Dat was ’m voor vandaag. Ik hoop je in maart te zien in Cinetol in Amsterdam of in C-Mine in Genk. En anders treffen we elkaar bij de volgende aflevering, nummertje 94, van Schrijven met Ouariachi.
Tot dan!
Jamal
PS: Zelf schrijver worden? Bekijk hier de mogelijkheden!