Vorige keer maakte ik een begin met het samenvatten en analyseren van de Pixar/Disney-film Coco (2017). Daar ga ik nu mee door.
We zaten op ongeveer een halfuur. Hoofdpersonage Miguel is in het dodenrijk verzeild geraakt. Hij kan alleen terugkeren naar de wereld van de levenden via de zegen van een familielid, maar zijn familie stelt als voorwaarde dat hij het maken van muziek afzweert.
(Merk op dat in dit gegeven elementen uit de Orpheus-mythe verwerkt zitten. Ook Orpheus is muzikant, net als Miguel. Ook Orpheus weet zich toegang te verschaffen tot het dodenrijk. En ook Orpheus krijgt bij het verlaten van die onderwereld een voorwaarde opgelegd. In zijn geval: niet omkijken naar Eurydice, die hij uit de onderwereld wil meenemen naar boven.
Maar omkijken, terugkijken, herinneren — dat is wat er in Coco nu juist wél moet gebeuren.)
Miguel is er overtuigd van geraakt dat de beroemde zanger Ernesto de la Cruz zijn overovergrootvader is. En dus is zijn nieuwe doel: De la Cruz opsporen en hopen dat die hem zijn zegen wil geven zonder voorwaarden.
Héctor
Ondertussen bevindt Miguel zich nog steeds in het douanegebouw, op de vlucht voor zijn familie. Van achter de deur van een kantoortje vangt hij een soort verhoor op, van een douanebeambte met de ‘oplichter’ die iets eerder in de film ongeoorloofd de brug naar het rijk der levenden probeerde over te steken, vermomd als Frida Kahlo.
De man probeert nu de beambte om te kopen. Hij ziet een poster van Ernesto de la Cruz hangen en bluft dat hij de zanger al jaren kent en aan kaartjes voor een concert kan komen.
De ambtenaar weigert het aanbod maar laat de man toch gaan — het blijft bij een waarschuwing.
Miguel heeft dit hele gesprek afgeluisterd. Ook hier speelt toeval een rol, net als in de scène die ik vorige keer besprak, waarin per ongeluk het portret van Miguels overovergrootouders stukgaat. Het is niet onmogelijk, wel onwaarschijnlijk. Toch gebeurt het in beide gevallen zo terloops, dat je als kijker niet eens doorhebt hoe onwaarschijnlijk deze wendingen zijn.
Knap gedaan.
De ‘oplichter’ komt naar buiten en Miguel spreekt hem aan. Als de man De la Cruz werkelijk kent, kan hij Miguel helpen met het verwezenlijken van diens streven: de zegen van De la Cruz verkrijgen en terugkeren naar het Land der Levenden.
De man, die zich voorstelt als Héctor, ruikt nu ook zijn kans: kan Miguel dan misschien zijn foto meenemen naar het Land der Levenden en neerzetten op een ofrenda, zodat hij, Héctor, de oversteek kan maken?
Ze kunnen elkáár helpen.
Louche patjepeeër
Als kijker ben je geneigd te denken: o nee, Miguel, laat je nou toch niet in met zo’n louche patjepeeër. Die gaat je alleen maar méér ellende bezorgen.
En in eerste instantie zal dat ook zo blijken te zijn. Maar wat daar goed aan is, is dat dat voorgevoel — doe nou niet! — spanning oplevert. Waardoor je verder wil kijken.
Héctor en Miguel ontvluchten het douanegebouw.
Ondertussen geeft overovergrootmoeder Imelda opdracht aan het monsterlijke wezen Pepita, een zogeheten alebrije, om Miguel op te sporen: alweer een nieuw element waarmee de spanning verder wordt opgevoerd.
Al die spanningslijnen — en we zijn er nog lang niet!
Dwaalsporen
Héctor schminckt Miguel tot ‘skelet’, zodat hij niet te veel opvalt tussen de doden.
Verder waarschuwt Héctor dat Ernesto de la Cruz moeilijk te bereiken is. Maar hij zal die nacht een groot concert geven, het Sunrise Spectacle, en Héctor beweert te weten waar De la Cruz repeteert.
Het tweetal gaat op pad en komt bij een soort ateliergebouw waar toevallig ook Frida Kahlo, nu de echte, aan het werk is. Zodra ze hoort wat het doel is van de twee, zegt ze dat De la Cruz niet aan repetities doet. Hij is veel te druk met een sjiek feestje bovenin zijn toren — aan de andere kant van de stad.
Dat eerdere gevoel bij de kijker — O, Miguel, laat je toch niet in met die patjepeeër — wordt hier bevestigd. Aan Héctor heb je niks.
Hij wordt ook nog eens bespot. Een van de aanwezigen in het ateliergebouw noemt Héctor ‘Chorizo’: hij zou gestikt zijn in een stuk chorizo. Héctor beweert dat het voedselvergiftiging was waaraan hij stierf.
Maar de man die Héctor Chorizo noemt, heeft ook nog iets aardigs te melden: er is die avond een talentenjacht bij de Plaza de la Cruz. Wie wint, mag op Ernesto’s feestje spelen.
Dat klinkt als iets voor Miguel. Maar hoe komt hij in het dodenrijk aan een gitaar?
Recapitulerend:
We hadden een dwaalspoor te pakken: Ernesto was niet waar hij verwacht werd.
Héctor krijgt steeds meer de contouren van een onbetrouwbare loser, aan wie Miguel niks heeft.
Er is een herhaling van eerdere elementen: de film begon immers met een talentenjacht. En ook toen, nog in het rijk der levenden, stuitte Miguel op het probleem dat zich nu ook aandient: hij heeft geen gitaar.
De laatste dood
Voordat de volgende grote scène begint, wordt de duimschroef van de spanning nog even aangedraaid. Het monster Pepita is Miguel op het spoor. En ondertussen beginnen Miguels handen steeds meer op die van een skelet te lijken.
De tijd dringt.
Héctor, hoewel hij niks van muzikanten zegt te moeten hebben, kent wel iemand met een gitaar. (‘Jaja, zal wel weer,’ denk je als kijker.)
Hij neemt Miguel mee naar een treurig, grauw deel van het dodenrijk. Hier wonen ‘degenen zonder foto’s op ofrenda’s, bijna vergeten.’
Ze bezoeken daar Héctors vriend, Chicharrón. Die ligt in een hangmat en blijkt in een nogal duistere stemming. Zijn gitaar uitlenen? Héctor heeft al eerder dingen geleend en niet teruggegeven. (‘Zie je wel,’ denkt de kijker, ‘je hebt niks aan die oplichter!)
Dan krijgt Chicharrón een vreemd soort ‘aanval’, hij begint te gloeien en te kreunen.
“Wil jij iets voor me spelen?” vraagt hij aan Héctor.
Die begint een liedje te zingen over ene Juanita. Na afloop begint Chicharrón opnieuw goudgeel te gloeien en nu verandert hij in stof, dat wegwaait. Hij is verdwenen.
Miguel wil weten wat er gebeurd is.
“Hij is vergeten,” antwoordt Héctor. “Als er niemand in de levende wereld nog aan je denkt, verdwijn je uit deze wereld. We noemen het: de laatste dood.”
De stemming is droef, maar: ze hebben nu wel een gitaar.
Recapitulerend:
Dit is weer zo’n scène die verschillende functies vervult. Er is de puur plotmatige functie: Miguel heeft een gitaar nodig; deze scène vertelt hoe hij daaraan komt.
Maar er is ook weer een informatieve functie: we leren opnieuw iets over hoe dat dodenrijk werkt. En we begrijpen ook beter wat er voor Héctor op het spel staat, die evengoed vergeten dreigt te worden. Nu pas snappen we werkelijk hoeveel belang hij eraan hecht dat zijn fotootje door Miguel wordt meegenomen naar het Land der Levenden.
En dan is er ook nog een emotionele functie: dit is echt een moment waarop de kijker geraakt wordt, en eigenlijk elke keer dat dit gebeurt in de film, gaat dat gepaard met muziek, zoals hier dat liedje “Iedereen kent Juanita” — grappig én melancholiek. En dan sterft Héctors vriend, met wie hij toch duidelijk een hoop heeft meegemaakt. Dat hakt erin.
Er is nog een laatste functie: Miguel doet een ontdekking. Namelijk dat Héctor, ondanks zijn gemopper op muzikanten, best goed gitaar kan spelen en zingen. En ook bij ons kijkers is het beeld van die rare scharrelaar Héctor daardoor enigszins gekanteld.
Midpoint
Het tweetal begeeft zich naar de Plaza de la Cruz. Daar begint de talentenjacht. Terwijl andere acts spelen, begint Miguel, backstage, te twijfelen: hij heeft nog nooit opgetreden. Kan hij het écht wel?
Een klassiek midpoint, uiteraard precies halverwege de film: de hoofdpersoon moet zichzelf in de spiegel aankijken, zijn angsten onder ogen zien en proberen ze te overwinnen.
Heeft Miguel echt talent? Klopt zijn gevoel, zoals uitgesproken aan het begin van de film, dat hij anders is dan zijn familie, en dat dat misschien wel komt doordat hij een nazaat is van De la Cruz?
Dat midpoint — ik schreef er al eerder over — is vaak het moment waarop het hoofdpersonage zich afvraagt: wie ben ik eigenlijk? Wie wil ik zijn?
Als Miguel nu geen lef toont, zal hij nooit De la Cruz ontmoeten. En dan moet hij ofwel in het rijk der doden blijven, ofwel zwichten voor de voorwaarden van zijn familie — en dus nooit meer muziek maken.
Héctor geeft hem een peptalk, en dan betreedt hij het podium en zingt het liedje “Un poco loco” — het wordt een euforisch moment, opnieuw gaat emotie hier gepaard met muziek.
Nieuwe obstakels
Pixar vertelt verhalen via obstakels, dus deze euforie kan nooit lang duren.
Achteraan op het plein verschijnen het monster Pepita en de familie van Miguel. Miguel wil de benen nemen, Héctor stribbelt nog wat tegen (“Ben je gek geworden? We hadden bijna gewonnen!”)
De presentatrice van de talentenjacht is ingeseind: ze vertelt aan het publiek dat men op zoek is naar een levende jongen.
Dit heeft opnieuw twee functies.
Ten eerste neemt de spanning toe, omdat het gevaar ontdekt te worden is toegenomen voor Miguel.
Ten tweede reageert Héctor verontwaardigd op deze informatie. Had Miguel hem niet gezegd dat De la Cruz zijn enige familie was? Als Miguel ook nog andere familieleden heeft, had hij toch allang kunnen terugkeren naar het rijk der levenden, om daar Héctors foto een plekje op een ofrenda te geven?
De strevens van Miguel en Héctor, die hen eerder in de film met elkaar verbonden, zorgen er nu voor dat ze met elkaar in conflict komen. Een omkering dus.
Ze krijgen ruzie. Héctor dreigt Miguel naar zijn familie te brengen, Miguel werpt Héctor zijn “domme foto” toe en neemt de benen. Geschrokken roept Héctor zijn excuses uit, maar Miguel is verdwenen, en daarmee is Héctors enige kans om over te steken naar het rijk der levenden verkeken.
Dit is het eerste grote crisismoment, maar het kan erger…
La Llorona
Prompt loopt Miguel nu tegen het monster Pepita aan. Er vindt een achtervolging plaats. Een smal steegje redt hem, tot hij vastzit bij een hek. Hij weet daar doorheen te glippen, maar dan komt zijn overovergrootmoeder Imelda hem achterop.
Kan zij hem overtuigen?
Nee, volgens Miguel snapt ze niks van zijn liefde voor muziek.
Dan begint ze te zingen, een lied genaamd “La Llorona” (De huilende vrouw).
En bedenk wat ik hierboven al twee keer aanstipte: de emotionele momenten in deze film gaan steeds gepaard met muziek.
Imelda was ooit dol op muziek, vertelt ze. Toen kwam haar dochter Coco en werd zij het allerbelangrijkste in haar leven. Imelda’s droom was compleet, maar die van haar man niet. Hij verliet haar. “We hebben allebei iets opgeofferd om te krijgen wat we wilden,” concludeert Imelda. ”Nu moet jij een keuze maken,” zegt ze tegen Miguel.
Zijn wedervraag: “Waarom steunt mijn familie me niet?” En verbitterd rent hij weg. Richting de toren van De la Cruz.
Alles eindelijk goed?
Miguel weet binnen te dringen in het torengebouw van Ernesto de la Cruz. Het feest aldaar is groots, hoe moet hij De la Cruz vinden? In de feestzaal beklimt hij het balkon, met zijn gitaar, en begint te spelen. Hij weet indruk te maken op het publiek, begint al spelend door de zaal te lopen, en trekt dan inderdaad de aandacht van De la Cruz.
Miguel zet een stap verkeerd en valt in het zwembad. Ernesto redt hem eruit, en dan blijkt Miguels schmink weggespoeld.
“Jij bent die jongen uit het Land der Levenden,” concludeert Ernesto. “Waarom ben je hier?”
“Ik ben uw achterachterkleinzoon,” antwoord Miguel. “Ik wil uw zegen.”
Er volgt een euforische omhelzing. Ernesto stelt Miguel aan allerlei mensen voor en leidt hem rond door het enorme gebouw.
We zien ook Frida Kahlo nog even voorbijkomen.
Is dit dan de climax, de voltooiing van het verhaal? Het kan bijna niet, er zijn nog zoveel losse eindjes. Gevoelsmatig weet je als kijker: als Ernesto Miguel nu die zegen geeft en hij terugkeert, dan klopt er helemaal niets van deze film.
Gek eigenlijk, hoe dat werkt. Je kunt het theoretisch misschien wel verklaren, maar als je als kijker op de bank zit, is het veeleer intuïtie. Als mens heb je zoveel verhalen tot je laten komen, dat je intuïtief aanvoelt wat wél en wat niet een bevredigende afloop is.
De grote wending
Er volgt eerst nog een moeilijk gesprek. Miguel vraagt: “Heeft u ooit spijt gehad dat u muziek verkoos boven al het andere?”
“Ik had het niet anders kunnen doen. Je kunt niet ontkennen wie je hoort te zijn,” antwoordt Ernesto.
Dat klinkt weer heel American Dream-achtig, en ook nu denk je als kijker: dit kán het einde niet zijn, het zou niet kloppen.
De la Cruz nodigt Miguel uit om straks mee te komen naar het Sunrise Spectacle, het concert dat hij tegen het ochtendgloren zal geven (een herhaling, ook voor ons kijkers bedoeld, zodat we ons weer even herinneren dat dat concert aan zit te komen).
Maar Miguel moet voor die tijd thuis zijn.
Ernesto begrijpt het. Hij neemt een blaadje van de Grote Afrikaan, het zegen-moment is aangebroken.
En dan, exact op tweederde van de film (1 uur en 4 minuten), wordt Ernesto bij het uitspreken van zijn zegen onderbroken door de stem van Héctor (die zich dus blijkbaar weer als Frida Kahlo heeft uitgedost om binnen te dringen — herhaling):
“We hadden een deal,” zegt hij tegen Miguel.
Ernesto herkent zijn oude vriend Héctor. Ze krijgen ruzie.
Héctor beweert dat hij al die beroemde liedjes heeft geschreven en dat Ernesto ze van hem heeft gestolen. Héctor had heimwee, miste zijn gezin en wilde terugkeren naar huis, met liedjes en al. Maar toen, zo blijkt uit een flashback, besloot Ernesto hem te vergiftigen.
“Je bracht me naar het station,” zegt Héctor, “maar ik kreeg ineens buikpijn. Ik dacht dat ik iets verkeerds had gegeten. Ik werd dood wakker. Je hebt… me vergiftigd.”
Een grote wending dus, vooral voor Miguel: zijn grote held blijkt een moordenaar.
Er ontstaat een gevecht. Ernesto roept de beveiliging erbij, Héctor wordt afgevoerd.
Nu kan dan de zegen alsnog plaatsvinden, maar er is iets veranderd…
De waarheid
Ernesto is bang dat Miguel, eenmaal terug in het Land der Levenden, zal gaan praten over wat hij zojuist heeft gehoord: dat Ernesto een dief en een moordenaar is.
Miguel ontkent dat, maar Ernesto gelooft hem niet. Hij steekt de foto van Hector bij zich en roept de beveiliging. “Zorg voor Miguel, hij blijft nog wat langer.”
En tegen Miguel: “Succes krijg je niet cadeau, Miguel. Je moet bereid zijn om te doen wat je moet doen om je kans te grijpen.”
Miguel wordt buiten in een gat in de grond geworpen. Daaronder ligt een grot met water, dat zijn val breekt. Maar hij zit wel vast in die grot. Als uitgang is er alleen dat veel te hoge gat in het plafond.
Zowel letterlijk als figuurlijk bevinden we ons hier op een dieptepunt: het grote crisismoment.
Maar zoals dat gaat met crisismomenten in verhalen: ze bieden ook de mogelijkheid om de energie te vinden voor een laatste “gevecht”.
Miguel zwemt naar de waterkant. Hij kijkt naar zijn handen: nu helemaal skelet-achtig.
Dan blijkt Héctor op diezelfde plek te zijn gedumpt.
Miguel vertelt aan Héctor dat hij nu inziet waarom zijn familie zo afkerig is van muziek: zijn overovergrootvader, Ernesto, heeft zijn familie opgeofferd voor die muziek.
Het is belangrijk dat deze overtuiging van Miguel op dit punt even herhaald wordt: dat Ernesto zijn overovergrootvader is.
Nu krijgt Hector hetzelfde soort aanval als zijn vriend Chicharrón eerder kreeg. Hij gloeit op. Ook hij dreigt vergeten te raken. “Ze… vergeet me.”
Wie?
“Mijn dochter. Ik wilde haar nog één keer zien. Mijn Coco.”
En dit is dan het grote, beslissende moment van de waarheid. In het duisterst van de crisis komt het grootste inzicht.
“Coco?” zegt Miguel. Het kwartje valt, ook bij de kijker. Miguel pakt de foto erbij met het afgeknipte hoofd van de gitarist die zijn overovergrootvader was.
En ook Héctor begrijpt het nu: “Zijn wij… familie?” Dat laatste woord zeggen ze samen. Want het is een kernwoord, een woord bovendien dat over verbinding gaat, en dat samen uitspreken is bijna als tweestemmige zang.
Coco is de laatste persoon die zich Héctor nog herinnert. Als zij sterft, verdwijnt hij uit het Land der Doden, en zien ze elkaar nooit meer.
Héctor zegt: “Weet je, ik schreef ooit een liedje voor haar.”
En hij begint te zingen: “Vergeet me niet”, een slaapliedje voor Coco, die we nu in flashback weer zien als klein meisje.
Wederom gaat hier een emotioneel moment gepaard met muziek.
En nu beginnen de grote thema’s van dit verhaal in volle glorie zichtbaar te worden: herinneren, familie, liefde.
En dus niet: ambitie. Geen American Dream. Die maakte namelijk alles kapot.
Die verschuiving wordt nog explicieter als Miguel de woorden herhaalt waarmee de film begint, maar nu in variatie: “M’n hele leven voel ik al dat ik anders ben dan de rest. En ik wist niet waar het vandaan kwam.”
Opbouw naar de climax
Ondertussen zitten ze nog steeds in die grot. Maar dan verschijnt het monster Pepita, met Mama Imelda op de rug.
Het tweetal wordt gered. Eigenlijk is dit weer een ongeoorloofde vorm van toeval, een deus ex machina, maar ook weer niet helemaal: we hebben Pepita leren kennen als een spoorzoeker, en dus is het ook weer niet zo vreemd dat het beest nu weet waar Miguel terecht is gekomen.
Er is een ongemakkelijk weerzien tussen Imelda en Héctor, vroeger man en vrouw, ouders van Coco. Imelda wil Héctor wegjagen maar Miguel legt haar uit wat hij zojuist heeft ontdekt: Héctor wilde terug naar zijn gezin, De la Cruz heeft hem vergiftigd.
“Ik neem uw voorwaarden aan,” zegt Miguel nu tegen Imelda. Want familie, zo ziet hij in, is het belangrijkst. Maar eerst moet hij De la Cruz vinden vanwege de foto van Héctor. Die hoort op de offrenda.
Héctor krijgt ondertussen een nieuwe vergeet-aanval: “Ik heb niet veel tijd meer… het is Coco.” Imelda beseft: “Coco vergeet je…” En dan: “Ik kan je niet vergeven, maar ik ga je wel helpen.”
Climax
We schakelen over naar Ernesto De La Cruz in het stadium waar hij zijn grote Sunshine Spektakel viert. De show begint.
Vermomd als dansers weten Miguel en zijn familieleden het stadium binnen te dringen. In het gangencomplex backstage stuitten ze op De la Cruz (tikje toevallig, maar ook hier: het kán). Imelda slaat hem in elkaar met haar sandaal.
Ernesto gaat ervandoor — mét de foto van Héctor. Hij schakelt de beveiliging in en aansluitend vindt er, zoals in een voldragen actiefilm, een vermakelijk skeletten-gevecht plaats tussen de familie van Miguel en de bewakers.
Imelda heeft ondertussen de foto te pakken gekregen. Maar ze staat op een plateau dat opeens omhoog gestuwd wordt: het brengt haar naar het centrum van het podium.
Daar staat ze. Voor de microfoon. Voor een vol stadion. Wat gaat ze doen?
Ze begint te zingen. La Llorona — dat ze eerder voor Miguel zong. Hector komt erbij staan met een gitaar. Miguel ook.
Dit is een soort verzoening, dat ze een duet zingt met Héctor (alweer: emotie gepaard met muziek). Er wordt gedanst met de beveiligers, die de foto terugwillen. Er volgt een duet met Ernesto. Prachtige choreografie.
Uiteindelijk snelt Imelda van het podium af, mét de foto.
Backstage staat Miguel klaar met zijn blaadje van de Grote Afrikaan. Zou dan nú echt de zegen komen, die hem terug doet keren naar het Land der Levenden?
Merk even op hoe vaak deze scène al heeft plaatsgevonden in de film — en telkens ging er iets mis bij het uitspreken van die zegen. Ook dár verhoogt de spanning: zou het nu eindelijk, eindelijk wél lukken?
Nog meer climax
Eerst is er een verrassing: Imelda laat haar voorwaarde vallen. Ook in haar is iets veranderd. Niets lijkt de zegen nog in de weg te staan.
Maar dan duik Ernesto de la Cruz op.
Hij trekt Miguel weg en voert hem naar de rand van het hoge, hoge gebouw. En terwijl Ernesto tegen Héctor roept waarom hij Miguel nooit zal laten gaan (om zijn reputatie in het Land der Levenden te beschermen), zet een van de familieleden een camera op hem en een ander drukt op ‘uitzenden’. Het publiek in het stadion kan nu via de grote schermen meegenieten van het twistgesprek, waarin Miguel zegt dat Ernesto Héctor heeft vermoord.
In ieder geval is De la Cruz’ reputatie in het dodenrijk nu verpest.
Dat weerhoudt hem er niet van Miguel alsnog van het gebouw af te duwen — de afgrond in.
Hij wordt gered door Pepita, maar de foto van Héctor is hij kwijt. Die valt ergens, diep in de afgrond, in het water.
Ernesto keert terug op het podium en wordt daar uitgejouwd door het publiek. Pepita stort zich na de redding van Miguel op Ernesto. Ze slingert hem ver door de lucht. Hij belandt tegen de klok van een kerktoren. En precies als bij zijn oorspronkelijke dood komt hij ook nu onder die klok terecht (alweer een subliem staaltje herhaling).
Hector krijgt nieuwe vergeet-aanvallen.
“De foto, ik ben hem kwijt,” bekent Miguel.
Hector zegt: “Het geeft niet.”
Er volgt een triest afscheid. Miguel kan eindelijk terugkeren naar huis, maar zijn belofte aan zijn werkelijke overovergrootvader, Héctor, kan hij niet waarmaken.
Afwikkeling
Miguel wordt wakker in het mausoleum van De la Cruz. Opnieuw pakt hij de gitaar van Ernesto en rent ermee naar huis, achternagezeten door zijn familie die hem zocht, daar op de begraafplaats.
Hij sluit zich op in het kamertje van overgrootmoeder Coco, daar waar ook de ofrenda staat.
Hij begint op haar in te praten over Héctor. De oude vrouw reageert nauwelijks nog op zijn woorden. “Vergeet hem niet,” zegt Miguel. De rest van de familie stormt binnen. Miguel is in tranen: hoe moet hij ervoor zorgen dat de stokoude Coco zich haar vader herinnert?
Een kleine crisis voor er een nieuwe climax volgt.
Zijn oog valt op de gitaar.
Miguel begint “Vergeet me niet” te spelen, het slaapliedje dat Héctor voor Coco schreef.
Het gezicht van de vrouw komt langzaam in beweging. Ze begint mee te zingen.
Zelfs de strenge grootmoeder van Miguel, die toekijkt, is nu in tranen.
Overgrootmoeder Coco trekt een lade open. Ze blijkt nog brieven en gedichten van Héctor te hebben. En: het afgescheurde gedeelte van de gezinsfoto, met daarop zijn gezicht.
Een jaar later
Het is een jaar later, het is opnieuw Día de los Muertos.
Het huis van de familie is nu een toeristische trekpleister, want hier woonde de beroemde Héctor. Aan een nieuw geboren zusje vertelt Miguel alle namen van de mensen op de foto’s op de ofrenda. De grootmoeder zet er een foto bij: van Mama Coco — die dus inmiddels overleden is.
We schakelen over naar het dodenrijk en zien daar Héctor bij de douane. Deze keer mag hij oversteken, en dat doet hij niet alleen: hij doet het samen met Imelda én Coco. Aan de overkant voegen ze zich, onzichtbaar, bij de levende familie. Samen vieren ze het feest van de doden.
Slotfase
Wat valt er te zeggen over de slotfase van de film? De climax gaat razendsnel, zoals dat nu eenmaal past bij climaxen: er is voornamelijk nog actie. Er hoeft niets meer opgebouwd of uitgelegd te worden.
Toch vindt het werkelijke wonder ná de actie plaats. Stel je voor dat de foto die Héctor bij zich droeg wél door Miguel was meegenomen naar het Land der Levenden. Miguel zou de foto op de ofrenda plaatsen, en dat was dan dat. Dan was de emotionele impact van de film vrijwel nihil geweest.
De werkelijke betekenis zit hem erin dat Coco zich hem herinnert. En dat die herinnering, zoals dat kan gaan bij stokoude, misschien wel dementerende mensen, wordt opgevist door de hengel van de muziek.
De laatste fase van de climax is geen actiemoment, maar een lieflijke, ontroerende scène tussen een jongetje met zijn gitaar, een heel oude vrouw, en het liedje van haar overleden vader.
Nog meer?
Ik zou willen opmerken hoe esthetisch prachtig ik het spel vindt met de twee foto’s die zo’n belangrijke rol spelen in de film.
Foto 1: de gezinsfoto van Imelda, Héctor-met-gitaar en Coco, waar Héctors gezicht vanaf gescheurd is. Die foto biedt een raadsel (wie is die man?) én een onthulling (namelijk: het gedeelte met de gitaar dat aanvankelijk verborgen zat).
Foto 2: de foto waar Héctor mee rondloopt in het dodenrijk. Precies zijn gezicht, op die foto te zien, is wat op Miguels foto ontbreekt.
De twee foto’s vullen elkaar aan, maar dat weten hun eigenaren niet.
De scheur in de familie is daarmee gesymboliseerd. En precies wanneer die scheur gehecht wordt, blijkt Mama Coco over het afgescheurde gedeelte van Miguels foto te beschikken. En daarmee is de foto óók gehecht.
En het verhaal rond.
Willen en nodig hebben
Coco is opgetuigd rond een klassieke verhaalstructuur en tóch weet de film telkens te verrassen.
De aanvankelijk gesuggereerde thematiek, verandert in de loop van het verhaal.
Het streven dat Miguel aan het begin van de film expliciet formuleert, ‘Ik wil net zoals hij zijn,’ (over Ernesto de la Cruz) komt niet tot vervulling. Miguel weet niet alleen een generaties oud familieprobleem op te lossen, hij weet ook de muziek terug te krijgen in die familie. Daarmee is hij niet meer dat vreemde buitenbeentje. Hij hoort er weer helemaal bij.
Ik heb het in deze nieuwsbrief weleens gehad over het verschil tussen want en need: dat wat een personage wil versus dat wat het diep van binnen nodig heeft.
Dat is ook binnen het verhaal van Coco de verschuiving: Miguel krijgt niet wat hij aan het begin van de film wil, hij krijgt wat hij nodig heeft, en dat is veel beter.
Combinatiescènes
De ‘cast’ van deze film is propvol. Een complexe familie. Maar het past zo goed bij het verhaal, zo’n grote groep personages, dat het wérkt. En ook een leuke tegenstelling: een van de belangrijkste personages, mama Coco, heeft nauwelijks tekst.
Coco is een film die voortdurend ‘regels’ overtreedt. Er wordt gespeeld met toevalligheden op zo’n manier, dat het nét kan, zeker ook omdat we ons tóch al in een magische wereld bevinden.
Er wordt virtuoos gegoocheld met spanning, herhalingen, symmetrieën, dwaalsporen en omkeringen.
En tot slot een laatste technische opmerking: wat ik geweldig knap vind zijn de “combinatiescènes” in deze film: scènes waarin verschillende verhaalelementen tegelijk naar voren komen: plotmatige verwikkelingen, informatie over de wereld waarin het verhaal zich afspeelt, emoties — meestal gepaard met muziek — en spanningsopbouw.
Voor een onbevangen kijker is Coco een heerlijke film. Wanneer je er met een technische blik opnieuw naar kijkt, wordt het genot alleen maar groter.
Fijn hè, een tekst zonder advertenties? Je kunt me helpen dat zo te houden door een donatie te doen.
Wat ook helpt: een premium-abonnement nemen. Je krijgt dan voor slechts €5,- per maand (of een voordelige €50,- per jaar) toegang tot het hele archief, de schrijfcursus “Een verhaal in 10 weken” én The Satanic Verses Leesclub.
In alle gevallen is mijn dank onmetelijk!
Tot volgende keer,
Jamal